Eigendomsvoorbehoud en pandrecht in algemene voorwaarden: hulpmiddel bij het
verzekeren van betaling van geleverde goederen
Slecht betalende klanten zijn, zeker
in deze tijd, een probleem. Het is echter niet altijd mogelijk of gebruikelijk
om klanten vooraf te laten betalen en daarna pas de goederen te leveren. Soms betreft
het een klant, die al heel lang klant is en voorheen altijd op tijd betaalde,
maar nu even niet meer.
Goede raad is duur, maar er zijn
mogelijkheden om in de algemene voorwaarden bedingen op te nemen, die
mogelijkheden bieden om het geld voor geleverde goederen toch te krijgen.
Een daarvan is eigendomsvoorbehoud.
Volgens artikel 3:92 BW blijft de
eigenaar van de goederen, de leverancier, juridisch eigenaar van de geleverde
goederen, totdat de klant de rekening betreffende die goederen heeft betaald.
Omdat de leverancier nog steeds eigenaar is van deze goederen, heeft deze het
recht de goederen terug te halen bij de klant, wanneer die niet betaalt.
Dit kan onder de volgende voorwaarden:
-
het eigendomsvoorbehoud moet
schriftelijk zijn overeengekomen ofwel in de koopovereenkomst ofwel in de
algemene voorwaarden;
-
de geleverde goederen moeten
bepaalbaar of identificeerbaar zijn;
-
de geleverde goederen mogen nog
niet verwerkt zijn in nieuwe producten; en
-
de geleverde goederen mogen nog
niet verwerkt zijn tot nieuwe producten.
In de algemene voorwaarden kun je een
dergelijk beding als volgt verwoorden:
“ Alle door de
leverancier in het kader van de overeenkomst geleverde goederen blijven
eigendom van de leverancier totdat de koper alle verplichtingen uit de met de
leverancier gesloten overeenkomst heeft voldaan.
De door de
leverancier geleverde goederen, die ingevolge het voorgaande onder het
eigendomsvoorbehoud vallen, mogen niet worden doorverkocht en mogen nimmer als
betaalmiddel worden gebruikt. De koper is niet bevoegd om de onder het
eigendomsvoorbehoud vallende zaken te verpanden of op enige andere wijze te
bezwaren.”
Het blijkt echter
dat dit eigendomsvoorbehoud vaak botst met rechten van anderen, bijvoorbeeld
pandhouders. Daarvoor kun je zoals hierboven beschreven in de algemene
voorwaarden het beding opnemen dat de koper de goederen niet mag verpanden,
totdat de koper de goederen heeft betaald.
Echter bij
betalingsproblemen de koper vragen om een pandrecht te vestigen op de
goederen, geleverd door de leverancier is ook mogelijk. Maar dan moet dit wel
in de algemene voorwaarden vooraf zijn bedongen.
Het beding in de
algemene voorwaarden kan er als volgt uitzien:
“De leverancier heeft het recht om aan de koper te verzoeken een pandrecht te vestigen op de geleverde goederen, inden de koper niet voldoet aan zijn verplichting om het volledige bedrag van de koopsom met eventueel bijkomende kosten te voldoen.”
“De leverancier heeft het recht om aan de koper te verzoeken een pandrecht te vestigen op de geleverde goederen, inden de koper niet voldoet aan zijn verplichting om het volledige bedrag van de koopsom met eventueel bijkomende kosten te voldoen.”
Je hebt hiervoor
wel medewerking van de koper nodig, want door levering is hij eigenaar van de
goederen geworden. Het pandrecht moet gevestigd worden via een authentieke of
geregistreerde onderhandse akte.
Indien de
leverancier in een dergelijke situatie een pandrecht wil vestigen op zijn geleverde,
maar nog niet betaalde goederen, doet hij hiertoe een voorstel aan de koper van
de goederen. Direct voordat er een incassoprocedure is gestart, danwel direct
daarna. Als de koper voldoende gelegenheid heeft gehad om te betalen en dat
desondanks nalaat te doen en als de leverancier dan het incassotraject opstart,
is het moment aangebroken om aan de koper het voorstel tot het vestigen van het
pandrecht te doen.
Het voorstel van de
leverancier is dan: incassoprocedure stoppen of niet starten, als de koper
akkoord gaat met een verpanding. Gaat de koper hiermee niet akkoord, dan wordt
de incassoprocedure voortgezet.
Er zijn dus
mogelijkheden, maar men moet het wel vooraf vastleggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten