Regeling AO/IC AWBZ-zorgaanbieders
(Interne controle) deel 3
Zoals in de vorige 2 artikelen
is beschreven zijn zorginstellingen, die AWBZ-zorg leveren, verplicht om hun
Administratieve Organisatie en Interne Controle in te richten.
Daarbij zijn de zorginstellingen
volgens deze regeling verplicht om te voldoen aan de volgende eisen:
1. Een juiste, volledige en tijdige vastlegging van de
productiegrootheden;
2. Een juiste vastlegging in het cliëntzorgdossier;
3. Een controle op de juistheid van de verantwoorde productie;
4. Een juiste, volledige en tijdige facturering van de geleverde
productie door de zorginstelling aan het zorgkantoor.
In dit artikel wordt
beschreven op welke wijze de zorginstelling de juistheid van de verantwoorde
productie dient te controleren.
Hiervoor dient de
zorginstelling een eigen interne controlefunctie op te zetten.
De interne
controlefunctionaris heeft de volgende controletaken:
·
controleert de werking van de
administratieve organisatie aan de hand van de procedures en werkinstructies
·
neemt steekproeven op basis
van de gebudgetteerde productie.
Er dient een voldoende aantal
dossiers te worden opgenomen in de steekproef, zodat er voldoende bewijs is dat
de administratieve organisatie juist werkt.
De dossiercontrole kan
na afloop van het jaar gecontroleerd
worden, maar ook door het jaar heen kunnen deelcontroles plaatsvinden. Dit
laatste is het meest voor de hand liggend. Bij fouten kan dan meteen worden
gecorrigeerd.
Het aantal dossiers, dat
gecontroleerd dient te worden, wordt in samenspraak met de externe accountant
bepaald.
De
verdeling van de dossiers over de diverse categorieën zorgprestaties kan bepaald
worden aan de hand van het aandeel in de productie van die betreffende
zorgcategorie of naar aanleiding van een risicoanalyse. Hierbij worden de
meeste dossiers gecontroleerd die in een zorgcategorie vallen waarbij veel
risico’s kunnen voorkomen.
Periodiek
worden de dossiers geselecteerd aan de hand van de productieoverzichten per
categorie, waarin per cliënt de geleverde zorg is aangegeven.
Elk
dossier, papier of elektronisch, wordt gecheckt op de volgende punten:
·
zijn in het
productieregistratiesysteem alle benodigde gegevens vastgelegd
·
komen de vastgelegde
zorgprestaties overeen met de door het CIZ verleende indicatie
·
dekt de indicatie de
volledige controleperiode
·
bestaat er een dossier van de
cliënt waarin een zorgplan en de (dagelijkse) zorg wordt vastgelegd
·
is het zorgplan actueel
·
is er een kopie van het
identiteitsbewijs van de cliënt als bewijs van de juistheid van het
burgerservicenummer
·
is er een
zorgleveringsovereenkomst tussen de cliënt en de zorginstelling aanwezig
·
is er een nieuwe aanvraag
voor een indicatie aan het CIZ gedaan, indien de indicatie verlopen blijkt te
zijn en is dit zichtbaar in het dossier.
Over de
controle en de constateringen dient de interne controlefunctionaris te
rapporteren aan de directie van de zorginstelling. Bij mogelijke omissies of
fouten in de eerder gecontroleerde dossiers is het mogelijk dat deze dossiers
in de volgende periodieke steekproef meegenomen worden om na te gaan of deze
omissies en fouten zijn verbeterd.
De
rapportages aan de directie zijn de input voor de controle van de externe
accountant waarover een in volgend artikel zal worden geschreven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten