woensdag 9 januari 2013


Eigendomsvoorbehoud en pandrecht  in algemene voorwaarden: hulpmiddel bij het verzekeren van betaling van geleverde goederen

Slecht betalende klanten zijn, zeker in deze tijd, een probleem. Het is echter niet altijd mogelijk of gebruikelijk om klanten vooraf te laten betalen en daarna pas de goederen te leveren. Soms betreft het een klant, die al heel lang klant is en voorheen altijd op tijd betaalde, maar nu even niet meer.
Goede raad is duur, maar er zijn mogelijkheden om in de algemene voorwaarden bedingen op te nemen, die mogelijkheden bieden om het geld voor geleverde goederen toch te krijgen.

Een daarvan is eigendomsvoorbehoud.
Volgens artikel 3:92 BW blijft de eigenaar van de goederen, de leverancier, juridisch eigenaar van de geleverde goederen, totdat de klant de rekening betreffende die goederen heeft betaald. Omdat de leverancier nog steeds eigenaar is van deze goederen, heeft deze het recht de goederen terug te halen bij de klant, wanneer die niet betaalt.

Dit kan onder de volgende voorwaarden:
-        het eigendomsvoorbehoud moet schriftelijk zijn overeengekomen ofwel in de koopovereenkomst ofwel in de algemene voorwaarden;
-        de geleverde goederen moeten bepaalbaar of identificeerbaar zijn;
-        de geleverde goederen mogen nog niet verwerkt zijn in nieuwe producten; en
-        de geleverde goederen mogen nog niet verwerkt zijn tot nieuwe producten.
In de algemene voorwaarden kun je een dergelijk beding als volgt verwoorden:
“ Alle door de leverancier in het kader van de overeenkomst geleverde goederen blijven eigendom van de leverancier totdat de koper alle verplichtingen uit de met de leverancier gesloten overeenkomst heeft voldaan.
De door de leverancier geleverde goederen, die ingevolge het voorgaande onder het eigendomsvoorbehoud vallen, mogen niet worden doorverkocht en mogen nimmer als betaalmiddel worden gebruikt. De koper is niet bevoegd om de onder het eigendomsvoorbehoud vallende zaken te verpanden of op enige andere wijze te bezwaren.”
Het blijkt echter dat dit eigendomsvoorbehoud vaak botst met rechten van anderen, bijvoorbeeld pandhouders. Daarvoor kun je zoals hierboven beschreven in de algemene voorwaarden het beding opnemen dat de koper de goederen niet mag verpanden, totdat de koper de goederen heeft betaald.
Echter bij betalingsproblemen de koper vragen om een pandrecht te vestigen op de goederen, geleverd door de leverancier is ook mogelijk. Maar dan moet dit wel in de algemene voorwaarden vooraf zijn bedongen.
Het beding in de algemene voorwaarden kan er als volgt uitzien:
“De leverancier heeft het recht om aan de koper te verzoeken een pandrecht te vestigen op de geleverde goederen, inden de koper niet voldoet aan zijn verplichting om het volledige bedrag van de koopsom met eventueel bijkomende kosten te voldoen.”
Je hebt hiervoor wel medewerking van de koper nodig, want door levering is hij eigenaar van de goederen geworden. Het pandrecht moet gevestigd worden via een authentieke of geregistreerde onderhandse akte.  
Indien de leverancier in een dergelijke situatie een pandrecht wil vestigen op zijn geleverde, maar nog niet betaalde goederen, doet hij hiertoe een voorstel aan de koper van de goederen. Direct voordat er een incassoprocedure is gestart, danwel direct daarna. Als de koper voldoende gelegenheid heeft gehad om te betalen en dat desondanks nalaat te doen en als de leverancier dan het incassotraject opstart, is het moment aangebroken om aan de koper het voorstel tot het vestigen van het pandrecht te doen.
Het voorstel van de leverancier is dan: incassoprocedure stoppen of niet starten, als de koper akkoord gaat met een verpanding. Gaat de koper hiermee niet akkoord, dan wordt de incassoprocedure voortgezet.
Er zijn dus mogelijkheden, maar men moet het wel vooraf vastleggen.