dinsdag 21 juni 2011

Welk recht geldt in Nederland voor ons privaatrecht.

In Dagblad De Limburger van 31 mei stond een artikel over de invoering van de Franse Code Civil in 1811. In dit artikel staat dat het huidige Nederlandse privaatrecht gebaseerd is op de Franse Code Civil en dat met invoering hiervan het gewoonterecht, dat in de verschillende provincies gold, en het Romeinse recht, dat daarnaast werd gebruikt, werd afgeschaft.
Wat het gewoonterecht betreft klopt dit voor een zeer groot gedeelte. Echter wat betreft het Romeinse Recht is dit niet geheel juist.
Hoewel het lijkt alsof door de invoering van de Code Civil door Napoleon het Nederlandse recht is gebaseerd op het Franse recht, klopt dit niet helemaal.
Want ook het Franse Recht en de daarbij behorende Code Civil is gebaseerd op het Romeinse recht.

Hoe kan dit dan?
Daarvoor moeten we terug naar het Romeinse Rijk, dat uiteraard begon in Rome en dat zich niet alleen uitbreidde over West-Europa, maar ook richting Oost-Europa. Via keizer Constantijn, die in Byzantium een tweede hoofdstad naast Rome stichtte, die de naam Constantinopel kreeg.
In het Romeinse Recht ontstonden net zoals in elke samenleving  regels en wetten.  En ook deze regels en wetten werden vastgelegd, toegepast en geïnterpreteerd door juristen. En deze interpretaties werden op den duur ook weer in boekwerken gebundeld. Echter deze boekwerken werden niet door de keizer uitgegeven, maar werden verzameld door particulieren, die dit gebruikten voor hun eigen rechtspraktijk en die daarna weer werden overgeschreven en verder gebruikt.
Totdat Keizer Justinianus tussen 529 en 534 na Christus in Constantinopel alle wetten en de uitleg van die wetten vastlegde in zijn Codex Justinianus.  Dit voerde hij in in het gehele Romeinse Rijk, dus ook in het “oude” Romeinse gedeelte in Italië, waar hij ondanks verwoede pogingen toch niet de heerschappij herkreeg, die de Romeinse keizers hadden over Rome en Italië. Echter zijn Codex Justinianus werd wel ingevoerd en dus ook gebruikt, echter in eerste instantie alleen door de Romeinen zelf. Andere volkeren, die in Italië woonden gebruikten hun eigen recht, het zogenaamde gewoonterecht. Wanneer men er echter niet geheel uitkwam, werd het Romeinse recht gebruikt.

 Hoewel het Romeinse recht alleen in Italië officieel is ingevoerd en overal in Europa het plaatselijke gewoonterecht werd gebruikt, is toch het Romeinse recht in West-Europa ingevoerd en gebruikt.
Hoe kon dat zo gebeuren?
In Bologna heeft rond ongeveer 1050 een zekere Irnerius les gegeven in de Codex Justinianus en verder uitgelegd. Hij, maar ook latere professoren, legden het oude Romeinse Recht uit naar de toenmalige tijd en verwerkten dit in zogenaamde juridische handboeken.
Vandaar uit werd dit aan studenten uit alle delen van Europa gedoceerd en ook werd het recht aan andere universiteiten gedoceerd.

Napoleon en de invoering van de Code Civil
In de tijd van de Franse revolutie en Napoleon ontstond  in Frankrijk, net als overal elders in Europa, behoefte aan codificatie en uniformering van het recht.  In Frankrijk werd door Napoleon de Code Civil ingevoerd.
En die Code Civil nu is gebaseerd op het Romeinse recht en op enkele zaken uit het Franse gewoonterecht.

Dus toen Napoleon zijn Code Civil in Nederland had ingevoerd, werd ondanks dat het als een Franse vinding werd gezien, toch weer het Romeinse recht gebruikt, wat in de eeuwen voor de Franse revolutie naast het gewoonterecht in de provincies werd gebruikt.
Het eigen Burgerlijk Wetboek, dat in 1838 werd ingevoerd, was dus niet alleen een vertaling en een bewerking van de Franse Code Civil, maar was ook ontleend via diezelfde Franse Code Civil aan het Romeinse Recht.